Intocht van eerste consul Napoleon Bonaparte in Antwerpen, 18 juli 1803
Van reportagestuk tot topstuk
Het bezoek van de Franse leider aan Antwerpen was een belangrijk moment voor zowel de Scheldestad als voor Bonaparte. Napoleon had grootse plannen met Antwerpen. Hij wenste er een moderne haven uit te bouwen die zowel voor de koopvaardij als in de oorlogsvoering een hoofdrol zou spelen binnen het Franse rijk.
Voor dit feestelijk gebeuren werd de Antwerpse schilder Mattheus Ignatius van Bree (1773-1839) door het stadsbestuur aangezocht om enkele praalwagens te ontwerpen, naast beelden en triomfbogen die het stadhuis versierden. Voordien, in 1801, had Van Bree al twee allegorieën geschilderd waarin Bonaparte werd verheerlijkt.
Bij dit bezoek raakte de echtgenote van Bonaparte, Joséphine de Beauharnais, gecharmeerd door de werken van Van Bree en bestelde mondeling een schilderij om deze gebeurtenis te vereeuwigen. De officiële bestelling gebeurde pas in 1807 door Dominique Vivant Denon, de toenmalige directeur van het Musée Napoléon. Van Bree ontving 9.000 francs voor deze opdracht.
Mattheus Ignatius van Bree ging zeer minutieus te werk bij de voorbereiding van het doek: hij portretteerde eerst ruim een honderdtal personen die hij op het schilderij wilde afbeelden, waaronder de regionale bestuurders van het departement, het Antwerpse stadsbestuur en een aantal hoge Franse officieren. Ook economisch en financieel belangrijke figuren voor Antwerpen werden door hem vooraf getekend, zoals de Duitse ondernemer Georg Kreglinger. Al deze tekeningen worden nu bewaard in het Cabinet des Desseins van het Musée du Louvre.
Daarna schilderde Van Bree twee identieke werken, maar op een verschillend formaat. Het kleine formaat (77 x 126 cm) behoort tot de MAS collectie (inventarisnummer AS.1959.097). Het grote olieverfschilderij hangt in het kasteel van Versailles.
Bree, Mattheus Ignatius van (schilder), Studie voor het schilderij 'Intrede van de 1ste consul Napoleon te Antwerpen in 1803', AS.1959.097, Collectie Stad Antwerpen, MAS, foto: Bart Huysmans & Michel Wuyts