Over Antwerpen en eten
De meer dan 100 straatnaamborden uit Antwerpen en andere steden bewijzen het: er is een intieme band tussen de stad Antwerpen en eten, en tussen steden en eten elders in de wereld.
Vandaag telt Antwerpen meer dan 500 000 inwoners. Dat zijn 1,5 miljoen maaltijden per dag. Wereldwijd woont meer dan de helft van de bevolking in steden. Een stad voeden is een gigantische uitdaging en het heeft een grote impact op het uitzicht van een stad, op de ecologie en op de alledaagse cultuur. Hoe gebeurde dat in het verleden, een stad voeden, en hoe zullen we dat in de toekomst doen?
Het parcours van de expo is eenvoudig: we volgen het spoor van voedsel door de stad en brengen met kunst en erfgoed in beeld: de weg van voedsel van het land naar de stad, de verkoop ervan op markten en winkels, het koken en tafelen in de stad, de weg van het voedselafval uit de stad.
Neem een kijkje in de zaal:
Vanwaar kwam het eten?
Bederfbaar eten kwam tot midden 19 de eeuw van vlakbij. Al eeuwen voert Antwerpen echter ook gewassen van overzee in, wat mogelijk is dankzij de goede ligging als havenstad. Die globale handel was erg uitgebreid (en is dus niet nieuw).
De stadsgezichten uit de 16 en 17de eeuw portretteerden de stad en het omringende platteland samen. Daardoor tonen ze in detail de dagelijkse aanvoer van vooral het bederfbare eten. Dat doet ook dit indrukwekkende werk van Jan Wildens. Enkele mannen bewerken het land, een vrouw melkt een koe, er zijn graanvelden en windmolens. Vrouwen lopen naar de stad met melk op hun hoofd, met een mand met daarin misschien kaas, met een mand met groenten. Varkens, schapen en eenden wandelen richting stad, mogelijk naar de markt.
Gezicht op Antwerpen
Jan Wildens
Zuidelijke Nederlanden, 1636
Olieverf op doek
Rijksmuseum Amsterdam, SK-A-616
Antwerpenaren zagen en roken dus eeuwenlang het toekomende voedsel. De aanvoer van eten veranderde sterk in de 19de eeuw door de industrialisering. Stoomschepen, vrachtwagens met koelinstallaties en containers brengen voedsel sneller en van steeds verder aan. De herkomst is minder zichtbaar.
In de 16e eeuw groeide Antwerpen in een sneltempo uit tot een stad van 100 000 inwoners. In die periode specialiseerde de Antwerpse handel zich in overzeese gewassen: specerijen uit Azië, rietsuiker uit de Canarische eilanden en later uit Brazilië. Daar werkten slaven op plantages tot de afschaffing van de slavernij midden 19e eeuw.
In 'De suikerraffinaderij' van Theodoor Galle zie je suikerkegels liggen. Dezelfde kegels troffen archeologen aan in het Antwerpse Suyckerhuys in de Raapstraat. Daar richtte rond 1545 de Italiaanse familie Balbani uit Lucca een raffinaderij op.
In de suikerkegels goot men de vloeibare, geraffineerde suiker om te stollen. De gestolde suiker, het zogeheten ‘suikerbrood’, nam de vorm van de kegel aan.
Suikerkegel
Antwerpen, 16de-17de eeuw
Keramiek
Dienst Archeologie Stad Antwerpen
Op de markt
Al in de middeleeuwen stond Antwerpen bekend als ‘vermaerde coopstadt’. Haar bloeiende marktleven dankte de stad aan haar ligging. Veel namen van stadspleinen getuigen nog van de markten. In de 19e en 20e eeuw kwamen kleine winkels en later supermarkten op. Telkens veranderden die verkoopplaatsen het uitzicht van de stad.
Antwerpen is nog altijd een stad met openluchtmarkten en buurtwinkels: van minisupermarkten over gespecialiseerde zaken tot nachtwinkels.
In de expo komen 20 lokale winkeliers aan bod. Zij vertellen wat hun specialiteit is, waarom ze voor die of die straat kozen, wat de uitdagingen zijn.
Links: Slager Marc Roosmeyers van slagerij Roosmeyers, Van Wesenbekestraat 20–24 (in versmarkt Criée), Antwerpen
Rechts: Hassan El Bassrraoui van viswinkel Eurofish, Korte Zavelstraat 29, Antwerpen
Foto’s: Sanne De Wilde, 2015, MAS, MAS.0163.014 en MAS.0163.010
De net geopende Grand Bazar Supermarkt in Antwerpen-Luchtbal, 1958
Archives Grand Bazar, Université Libre de Bruxelles
In de jaren 1950 werd de supermarkt met zelfbediening de nieuwe norm. Grand Bazar opende in 1958 de tweede self-service supermarkt van België, in de Antwerpse wijk Luchtbal, en verbouwde kort daarna ook zijn luxewarenhuis op de Groenplaats tot self-service supermarkt met autoparking. Motor van de verandering was de auto. Hierdoor konden mensen inkopen doen voor een week.
Koken
Cockbouck om te bereiden alle soorten van spisen zoo van vleesch, als vis, gesoden als gebraden…
Anoniem, Nederlanden, ca. 1600
Handschrift op papier
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen, 879834
In Antwerpen komen massa’s ingrediënten toe. Koks gaan ermee aan de slag, thuis en buitenshuis.
Rond 1600 vond je in kookboeken behalve kookrecepten ook medische bereidingen. Alleen geletterde mensen gebruikten de boeken, maar de gerechten waren mogelijk wel in brede kring bekend.
Het Cockbouck is één van de weinige bewaarde kookboeken van rond 1600. Het is een goed leesbaar handschrift. Vermoedelijk werd het nooit echt gebruikt in de keuken. Het geeft wel een beeld van de Zuid-Nederlandse eetcultuur in die tijd. Zoete kruiden van overzeese oorsprong, zoals gember, kaneel en rietsuiker, werden overvloedig gebruikt. Ze gaven gerechten met groenten, vlees en vis een zoete smaak.
Viki Geunes, chef-kok van Zilte, selecteerde vier recepten van rond 1600 uit het Cockbouck en maakte er een hedendaagse versie van.
Probeer deze recepten thuis uit. Je kan ze hier downloaden of in de expo zelf:
- Cleine wafels geseit bastoncelli (wafels met frambozen en rozenbottellikeur)
- Hutsepot van venesoen (ragout van wild)
- Tourte van cruyen (quiche met kruiden)
- Om truyte te stoven (forel met frissen kruiden)
De Antwerpse foodscene
In de expozaal brengen we iconische eetgelegenheden van Antwerpen in beeld, van de 16de eeuw tot vandaag. Bij elke eetgelegenheid hangt een menukaart klaar. De bezoeker kan hier één van de tafels kiezen.
Er is onder meer het servies van de elite dat bij diners in hun herenhuis in de stad en in hun hof van plaisantie (buitenverblijf op het platteland) is gebruikt. Het is verbonden met de Antwerpse handelsfamilie Dormer-Goubau en hun kasteel Cortewalle in Beveren.
Exclusief servies
vervaardigd in de Nederlanden, China en Zwitserland
17de – 18de eeuw, MAS collectie
Je ziet onder meer: vorken, in gebruik in de Nederlanden vanaf begin 18de eeuw, een grote gemberpot en kleine suikerpot in Chinees (bruin) porselein, een kan met kraantjes voor koffie of warm water (thee). Thee en koffie kwamen in de mode in de 18e eeuw.
Uit de stad
Wat hield voedselafval vroeger en vandaag in?
Zowel in het verleden als vandaag hebben welvarende huishoudens meer huishoudelijk afval(verpakkingen, het klaarmaken, het eetgerei) dan arme huishoudens. Maar er is ook het menselijke afval: urine en stoelgang. Voor een dichtbevolkte stad als Antwerpen is ook die afvalberg een uitdaging.
Tot begin 20ste eeuw recycleerde Antwerpen het meeste huishoudelijke én menselijke afval. Stadsafval verkocht men als mest aan het platteland. Kort na 1900 stopte de mesthandel. Door de watertoiletten werd het menselijke afval te waterig. En de toename van verpakkingen, nu ook in plastic, maakte het huishoudelijke afval waardeloos als mest. Landbouwers konden niets meer met stadsafval. Nu krijgt recyclage opnieuw aandacht, ook in Antwerpen. Verpakkingen worden hergebruikt of omgezet in energie. Tegelijk blijft deze stad intens consumeren en produceert ze dus veel voedselafval, in vergelijking met minder rijke steden. Verpakkingen recycleren we. Menselijk afval (nog) niet.
Toiletpot voor een exclusief watertoilet
Europa, 1890-1905
Designmuseum, 2015/151
Gezicht op de rede van Antwerpen vanaf de Linkerscheldoever
Jean Baptiste Bonnecroy
Antwerpen, 1658
Olieverf op doek
MAS, AS.1952.044.005
Toekomstserre
We bieden in deze expo het verleden aan als een inspiratiebron voor de toekomst. We gaan er niet vanuit dat "vroeger alles beter was", maar we kunnen van het verleden leren dat onze omgang met eten altijd in verandering is en dat niets daarrond vastligt.
In 2050 leeft 70% van de wereldbevolking in steden. Allemaal monden die we moeten voeden. De bevolking neemt wereldwijd toe en ecologische crisissen zetten de voedingssystemen onder druk. In de serre ontdek je verschillende toekomstideeën van wetenschappers, kunstenaars, chefkoks … Hoe gaan de stad en het eten er in de toekomst uitzien? Of gaat de mens zelf veranderen?
Arne Hendriks, The Incredible Shrinking Man
Er is al langer een trend vastgesteld dat mensen langer worden. Als direct gevolg hebben we meer energie, eten en ruimte nodig. The Incredible Shrinking Man van kunstenaar Arne Hendriks (Nederland) is een speculatief designonderzoek over de gevolgen van de inkrimping van de menselijke soort. We zouden minder grondstoffen nodig hebben en het zou gemakkelijker zijn om terug een gezonde relatie met onze omgeving op te bouwen. We zouden leven in een toestand van bijna ondenkbare overvloed.
Hier stopt het niet...
Onze museumzaal staat natuurlijk nog vol met andere objecten. Tijdens een écht bezoek aan onze expo ontdek je ook nog:
- Geurstad
Eeuwenlang was het voedsel – en het afval - erg aanwezig in de stad. Stedelingen konden het voedsel letterlijk zien en ruiken. Met de industrialisering en de opkomst van containers en supermarkten verdween het voedsel steeds meer uit het zicht. Geurkunstenares Caro van Maison Caro maakte een geurinstallatie doorheen de expo. - Landschappen en stadsbeelden
De wanden van de 'A la carte' expo zijn opgevat als een reeks vensters op Antwerpen en op de landbouwgebieden die met Antwerpen verbonden zijn. Tussen de imposante historische schilderijen hangen vier hedendaagse, gefilmde stadsbeelden van Marie-Françoise Plissart en Terenja van Dijk.