Oktober 1944: De Duitse bezetting van Antwerpen is voorbij en het Duitse leger lijkt teruggedrongen uit België. Maar tussen oktober 1944 en maart 1945 wordt de stad maandenlang geteisterd door aanvallen met V1- en V2-bommen vanuit Duitsland en Nederland. De Duitsers willen de haven opnieuw in handen krijgen om de bevoorrading van de geallieerden te stoppen. Er vallen meer dan 4.000 doden, vooral burgers. Geen enkele wijk blijft gespaard.
Tijdens de V-bommenterreur kreeg Antwerpen de bijnaam City of Sudden Death. Na 1945 duurde het echter opvallend lang voor het onderzoek en de herinnering van het V-bommendrama op gang kwam. Waar staan we vandaag, 75 jaar later?
Op vrijdag 4 september 2020 lieten we twee historici aan het woord: Koen Palinckx en Pieter Serrien. We blikten met hen terug en vooruit, met vragen als:
- Waarom vonden zij het belangrijk om het thema onder de aandacht te brengen?
- Wat trof hen persoonlijk het meest?
- Hoe ver staat het (slachtoffer)onderzoek vandaag?
- Waarom duurde het na 1945 zo lang voor het thema aandacht kreeg?
- Hoe geven we het thema best aandacht in de toekomst?
- Kunnen we via de geschiedenis van de V bommen ook meer inzicht krijgen in recent oorlogsgeweld?
Koen Palinckx en Pieter Serrien
Koen Palinckx is historicus. Tot begin jaren 2000 was er weinig onderzoek beschikbaar over de V-bom aanslagen op Antwerpen. Koen Palinckx haalde het thema van onder het stof. Archiefonderzoek en nieuwe getuigenissen leidden tot het boek 'Antwerpen onder de V-bommen' (2004) en diverse tentoonstellingen. Koen Palinckx is nu voorzitter van het War Heritage Institute.
Pieter Serrien is historicus en auteur. Hij schrijft over de ervaringen van gewone mensen tijdens de twee wereldoorlogen. In 2016 publiceerde hij het boek 'Elke Dag Angst. De terreur van V-bommen in België (1944-1945)'. Hij zette het slachtofferonderzoek verder en maakt het bekend via zijn website pieterserrien.be.