Congo in het MAS
De oorsprong van de Congolese verzameling in het MAS gaat zo’n honderd jaar terug in de tijd. In 1920 kocht het Museum Vleeshuis, een van de voorlopers van het MAS, een deel van de collectie van Henri Pareyn (1869-1928) [Afb. 1]. Deze in Antwerpen gevestigde handelaar was een van de eerste verzamelaars van Congolese cultuurvoorwerpen. Na lang onderhandelen verkocht hij 1.600 voorwerpen uit zijn collectie voor 43.000 Belgische frank aan de stad.
Nog in hetzelfde jaar werd de collectie uitgebreid met een schenking van een zestigtal Congolese cultuurvoorwerpen door minister van Koloniën Louis Franck (1868-1937) [Afb. 2]. Deze Antwerpse liberale politicus en advocaat was in het bezit gekomen van de objecten tijdens een inspectiereis in de kolonie waarvan hij sinds 1918 de politieke verantwoordelijkheid droeg.
Het ontstaan van deze Congolese verzameling is dan ook nauw verbonden met de rol van Antwerpen als Europese overslaghaven van koloniale goederen uit Congo. Meteen al van bij de oprichting van de Onafhankelijke Congostaat in 1885 speelde de stedelijke elite een grote rol in de militaire verovering van het Congobekken, de uitbouw van de koloniale economie en voor de religieuze missies. De stad Antwerpen was in 1885, 1894 en 1930 het decor van een Wereldtentoonstelling met telkens een uitgebreide koloniale afdeling en met twee keer een 'menselijke dierentuin'
Om de verzameling cultuurvoorwerpen uit de toenmalige kolonie uit te breiden, onderhielden de conservatoren van het Museum Vleeshuis nauwe banden met Antwerpse (kunst)handelaars, koloniale ambtenaren, handelaars en ondernemers. De Congolese collectie werd voor het eerst aan het publiek getoond op de zolders van het Museum Vleeshuis [Afb. 3].
Door een actief verwervingsbeleid zou de Congolese collectie, waaronder enkele wereldvermaarde kunstvoorwerpen, de daaropvolgende jaren en decennia verder aangroeien. In 1952 werden ze, samen met objecten uit andere werelddelen, ondergebracht in een apart stedelijk museum: het Etnografisch Museum. Sinds 2007 maken ze deel uit van de collectie 'Wereld' van het MAS.
Herkomstonderzoek vanuit een Belgo-Congolees perspectief
Terwijl de namen van de ‘schenkers’ en ‘verkopers’ van de Congolese cultuurvoorwerpen goed gedocumenteerd zijn, weten we veel minder over hoe zij ze op hun beurt in hun bezit kregen. Onder welke omstandigheden verdwenen de voorwerpen uit de handen van de Congolese eigenaars? En welke Congolese kunstenaars hebben ze gemaakt?
Met het project 'Congolees erfgoed in het MAS. Herkomstonderzoek vanuit een Belgo-Congolees perspectief (2022-2023)' gaat het MAS op zoek naar relevante informatie om op deze vragen een antwoord te formuleren. Het wordt gerealiseerd met medewerking van partnerorganisaties FARO, het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (Tervuren) en KADOC (Leuven).
Onderzoeker Bram Cleys staat samen met conservator Afrika Els De Palmenaer en de Congolese projectleider Donatien Dibwe dia Mwembu in voor de realisatie. Samen namen ze de verwervingsgeschiedenis van een aantal Congolese cultuurvoorwerpen nauwer onder de loep. Dr. Donatien Dibwe dia Mwembu is coördinator van het Observatoire du Changement Urbain de Lubumbashi en emeritus professor aan de Université de Lubumbashi. Hij is bij het project betrokken om het Congolese luik van het onderzoek te coördineren.
Een team van Congolese onderzoekers ging op pad [Afb. 4] om de herinneringen aan de geselecteerde voorwerpen in kaart te brengen. Mondelinge getuigenissen van Congolese informanten legden we naast informatie die we naar boven halen uit het archief van het MAS, koloniale archieven of archieven van missie-instituten.
Het MAS-onderzoeksproject wordt mee gefinancierd door het departement Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap en is een uitloper van het opgestarte herkomstonderzoek gerealiseerd in het kader van de tijdelijke tentoonstelling '100xCongo. Een eeuw Congolese kunst in Antwerpen' (2020-2021).

[Afb. 1] Henri Pareyn, pionier-verzamelaar en handelaar in Centraal-Afrikaanse kunst. Collectie Stad Antwerpen, MAS
In 1920 verkocht Henri Pareyn een deel van zijn collectie aan het Museum Vleeshuis Antwerpen. Daarmee werd de basis gelegd van de Congolese MAS-collectie. Sporen naar de manier waarop de objecten in zijn bezit kwamen, ontbreken in het MAS-archief. Hij liet geen namen na van welke kolonialen hij de cultuurvoorwerpen verwierf.

[Afb. 2] Louis Franck in 1920 op doorreis in Belgisch-Congo. Fotograaf: kolonel Albert Paulis, 1920.
Bij thuiskomst schonk Louis Franck de meegenomen Congolese objecten aan de stad Antwerpen zonder relevante herkomstgegevens.

[Afb. 3] Congolese afdeling op de zolder van het Museum Vleeshuis
Een reeks wapens, schilden en Mbole-beelden worden tentoongesteld. Collectie MAS, AE. 2009.0152.0007.

[Afb. 4] Onderzoeker Dieudonné Kabuetele verzamelde getuigenissen in Indanga en Yenga.
Hier is hij op de terugweg in Kabeya Kamwanga (provincie Oost-Kasaï, DRC). Februari 2023.
Digital Benin-project
Inspirerend voorbeeld op wereldniveau
Ook in vroegere gekoloniseerde Afrikaanse landen, zoals onder meer Nigeria en de Republiek Benin (voormalig Dahomey), is de terugkeer van koloniale roofkunst al lang het onderwerp van debat. Dat heeft reeds geleid tot enkele officiële Afrikaanse verzoeken en de teruggave van in een gewelddadige context in bezit gekomen cultuurvoorwerpen.
Noemenswaard is het Digital Benin Project, gerealiseerd door Nigeria en Duitsland waarbij het MARKK (Museum am Rothenbaum. Kulturen und Künste der Welt, Hamburg) een voortrekkersrol speelde, in samenwerking met Nigeriaanse en diverse andere partners wereldwijd. Het is gericht op alle koninklijke objecten die in februari 1897 door Britse militaire troepen uit het geplunderde paleis van de oba (heerser) van het Koninkrijk Benin (nu Edo State, Nigeria) zijn geroofd en, in de onmiddellijke nasleep daarvan, zijn verspreid.
Het platform bundelt op een innovatieve manier mondelinge geschiedenissen, objectonderzoek, een Edo-taalcatalogus, en beeldmateriaal en kaarten van het koninkrijk Benin. De omvangrijke databank ontsluit zo’n 5.246 objecten in 131 instellingen in twintig landen, waaronder ook het MAS Antwerpen. Het digitale Benin-project is een belangrijke ethische stap om de onevenwichtige beperkte toegang tot Afrikaanse kunst en erfgoed bewaard in Europa meer in balans te brengen.
De database omvat ook een gering aantal objecten die niet tot de in 1897 geroofde Benin kunstvoorwerpen behoren, zoals bijvoorbeeld het ivoren Edo-Afrikaanse tafelsiervat uit het MAS [Afb. 5]. Dergelijke pronkbekers werden in opdracht van Portugezen door Edo-ivoorsnijders vervaardigd en kwamen vervolgens terecht in de kunstkabinetten van de Europese elite en vorstenhuizen. Deze Edo-Portugese ivoorsnijwerken, ook opgenomen in de databank, geven zo een ruimere context weer van de rijke artistieke productie van de ivoorsnijdersgilden die in de 16de eeuw werkzaam waren aan het hof van de oba van Benin en al vroeg naar Europa zijn verspreid.

[Afb. 5] Ivoren Afro-Portugees tafelsiervat voor zout en peper.
Edo, koninkrijk Benin (Nigeria), ca. 1520
MAS Antwerpen (AE.1974.0025.0001), schenking Margriet Olbrechts-Maurissens, 1974
Meer weten?
- Over de tijdelijke MAS-tentoonstelling '100 x Congo' (2020-2021): https://mas.be/nl/content/100-x-congo
- Over de werkgroep Restitution Belgium: https://restitutionbelgium.be
- Over de Belgische wetgeving: https://dermine.belgium.be/nl/restitutie-het-voorstel-van-thomas-dermine
Heb je vragen over het MAS-herkomstonderzoeksproject Congo of wil je reageren?
Mail naar mas@antwerpen.be