Overslaan en naar de inhoud gaan
© Frederik Beyens

Onderzoek herkomst Congocollectie

Het MAS bewaart cultureel en historisch gevoelig Congolees erfgoed dat in een koloniale context eigendom werd van de stad Antwerpen. In welke omstandigheden kwam deze verzameling van ongeveer 5.000 cultuurvoorwerpen tot stand? Een tweejarig onderzoeksproject probeert dit duidelijker in kaart te brengen.

Congo in het MAS

De oorsprong van de Congolese verzameling in het MAS gaat zo’n honderd jaar terug in de tijd. In 1920 kocht het Museum Vleeshuis, een van de voorlopers van het MAS, een deel van de collectie van Henri Pareyn (1869-1928) [Afb. 1]. Deze in Antwerpen gevestigde handelaar was een van de eerste verzamelaars van Congolese cultuurvoorwerpen. Na lang onderhandelen verkocht hij 1.600 voorwerpen uit zijn collectie voor 43.000 Belgische frank aan de stad.

Nog in hetzelfde jaar werd de collectie uitgebreid met een schenking van een zestigtal Congolese cultuurvoorwerpen door minister van Koloniën Louis Franck (1868-1937) [Afb. 2]. Deze Antwerpse liberale politicus en advocaat was in het bezit gekomen van de objecten tijdens een inspectiereis in de kolonie waarvan hij sinds 1918 de politieke verantwoordelijkheid droeg.

Het ontstaan van deze Congolese verzameling is dan ook nauw verbonden met de rol van Antwerpen als Europese overslaghaven van koloniale goederen uit Congo. Meteen al van bij de oprichting van de Onafhankelijke Congostaat in 1885 speelde de stedelijke elite een grote rol in de militaire verovering van het Congobekken, de uitbouw van de koloniale economie en voor de religieuze missies. De stad Antwerpen was in 1885, 1894 en 1930 het decor van een Wereldtentoonstelling met telkens een uitgebreide koloniale afdeling en met twee keer een 'menselijke dierentuin'

Om de verzameling cultuurvoorwerpen uit de toenmalige kolonie uit te breiden, onderhielden de conservatoren van het Museum Vleeshuis nauwe banden met Antwerpse (kunst)handelaars, koloniale ambtenaren, handelaars en ondernemers. De Congolese collectie werd voor het eerst aan het publiek getoond op de zolders van het Museum Vleeshuis [Afb. 3].

Door een actief verwervingsbeleid zou de Congolese collectie, waaronder enkele wereldvermaarde kunstvoorwerpen, de daaropvolgende jaren en decennia verder aangroeien. In 1952 werden ze, samen met objecten uit andere werelddelen, ondergebracht in een apart stedelijk museum: het Etnografisch Museum. Sinds 2007 maken ze deel uit van de collectie 'Wereld' van het MAS.

[Afb. 1] Henri Pareyn, pionier-verzamelaar en handelaar in Centraal-Afrikaanse kunst. Collectie Stad Antwerpen, MAS

In 1920 verkocht Henri Pareyn een deel van zijn collectie aan het Museum Vleeshuis Antwerpen. Daarmee werd de basis gelegd van de Congolese MAS-collectie. Sporen naar de manier waarop de objecten in zijn bezit kwamen, ontbreken in het MAS-archief. Hij liet geen namen na van welke kolonialen hij de cultuurvoorwerpen verwierf.

[Afb. 2] Louis Franck in 1920 op doorreis in Belgisch-Congo.
Fotograaf: kolonel Albert Paulis, 1920.

Bij thuiskomst schonk Louis Franck de meegenomen Congolese objecten aan de stad Antwerpen zonder relevante herkomstgegevens.

[Afb. 3] Congolese afdeling op de zolder van het Museum Vleeshuis met een reeks wapens, schilden en Mbole-beelden.

Collectie MAS, AE. 2009.0152.0007.

Herkomstonderzoek vanuit een Belgo-Congolees perspectief

Terwijl de namen van de ‘schenkers’ en ‘verkopers’ van de Congolese cultuurvoorwerpen goed gedocumenteerd zijn, weten we veel minder over hoe zij ze op hun beurt in hun bezit kregen. Onder welke omstandigheden verdwenen de voorwerpen uit de handen van de Congolese eigenaars? En welke Congolese kunstenaars hebben ze gemaakt? 

Met het project 'Congolees erfgoed in het MAS. Herkomstonderzoek vanuit een Belgo-Congolees perspectief (2022-2023)' gaat het MAS op zoek naar relevante informatie om op deze vragen een antwoord te formuleren. Het wordt gerealiseerd met medewerking van partnerorganisaties FARO, het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (Tervuren) en KADOC (Leuven).

Een nieuw aangeworven projectcoördinator, Bram Cleys, zal samen met conservator Afrika Els De Palmenaer en de Congolese projectleider Donatien Dibwe dia Mwembu instaan voor de realisatie. Samen zullen ze de verwervingsgeschiedenis van een aantal Congolese cultuurvoorwerpen nauwer onder de loep nemen en het Antwerpse netwerk van schenkers en kunsthandelaars beter in kaart brengen. Dr. Donatien Dibwe dia Mwembu is coördinator van het Observatoire du Changement Urbain de Lubumbashi en emeritus professor aan de Université de Lubumbashi. Hij is bij het project betrokken om het Congolese luik van het onderzoek te coördineren en als expert mondelinge geschiedenis.

Een team van Congolese onderzoekers is sinds februari 2023 op pad [Afb. 4] om de herinneringen aan de geselecteerde voorwerpen in kaart te brengen. Mondelinge getuigenissen van Congolese informanten leggen we naast informatie die we naar boven halen uit het archief van het MAS, koloniale archieven of archieven van missie-instituten. Door deze gecombineerde methodologie hopen we doorbraken te creëren in de herkomstgeschiedenissen van deze cultuurvoorwerpen. Het project wil daarnaast ook een test zijn om te bestuderen of deze manier van werken kan uitgroeien tot een model voor toekomstig herkomstonderzoek, binnen of buiten het museum.

Het MAS-onderzoeksproject wordt mee gefinancierd door het departement Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap en is een uitloper van het opgestarte herkomstonderzoek gerealiseerd in het kader van de tijdelijke tentoonstelling '100xCongo. Een eeuw Congolese kunst in Antwerpen' (2020-2021).

[Afb. 4] Onderzoeker Dieudonné Kabuetele verzamelde getuigenissen in Indanga en Yenga. Hier is hij op de terugweg in Kabeya Kamwanga (provincie Oost-Kasaï, DRC). Februari 2023.

Belgische omkadering

Op 3 juli 2022 werd de Belgische 'Wet op de teruggave van cultuurvoorwerpen verworven in een koloniale context' goedgekeurd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om betwiste voorwerpen in federale museuminstellingen, waarvan is vastgesteld dat ze ‘onrechtmatig’ zijn verworven, uit het Belgische publieke domein te halen en te restitueren. Op internationaal vlak heeft België hiermee een zeer belangrijke stap gezet, hoewel de wetgeving enkele beperkingen heeft. Vooreerst is de huidige geografische focus afgebakend tot de Democratische Republiek Congo, Burundi en Rwanda en is ze enkel van toepassing op de zogenaamde ‘koloniale’ collecties in de federale instellingen. Ze omvat bovendien geen duidelijk juridisch kader voor de talrijke stoffelijke menselijke resten die vanuit ethisch oogpunt het meeste dringend de aandacht vragen.

In België staat vandaag het PROCHE-herkomstonderzoek van de collectie van het Federale bevoegde Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (AfricaMuseum) Tervuren centraal. Onder meer omwille van de omvang (ruim 85.000 objecten) van deze collectie Midden-Afrika en haar nationale en internationale bekendheid.

Vlaamse ondersteuning

Maar ook buiten het AfricaMuseum worden in Vlaanderen beladen Congolese objecten bewaard, zoals onder meer in het MAS, het GUM en huizen van religieuze congregaties. Herkomstonderzoek is een van de prioriteiten in de beleidsnota van minister van Cultuur Jan Jambon, waardoor het MAS kon rekenen op een financiële ondersteuning voor het bovenvermelde project. Hierdoor kan het MAS aansluiten op de talrijke Europese en Amerikaanse musea die herkomstonderzoek onder meer benaderen als een manier om het onrecht uit het koloniale verleden te helpen herstellen. Het pilootproject is in eerste instantie van toepassing op de Congolese MAS-collectie omwille van de koloniale geschiedenis en banden van België met de huidige Democratische Republiek Congo (Kinshasa).

De MAS-collectie 'Wereld' omvat ook gevoelig cultureel erfgoed uit andere vroegere Europese kolonies, zoals uit Nederlands-Indië (het huidige Indonesië). Deze verzameling uit de Indonesische archipel kwam rond 1900 op een gewelddadige manier in de handen van de Zwitser Hans Christoffel (1865-1962). Hij was kapitein bij het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger) in het toenmalige Nederlands-Indië. Herkomstonderzoek over deze Indonesische verzameling is van start gegaan.

Inspirerend voorbeeld op wereldniveau

Digital Benin-project

Ook in vroegere gekoloniseerde Afrikaanse landen, zoals onder meer Nigeria en de Republiek Benin (voormalig Dahomey), is de terugkeer van koloniale roofkunst al lang het onderwerp van debat. Dat heeft reeds geleid tot enkele officiële Afrikaanse verzoeken en de teruggave van in een gewelddadige context in bezit gekomen cultuurvoorwerpen.

Noemenswaard is het Digital Benin Project, gerealiseerd door Nigeria en Duitsland waarbij het MARKK (Museum am Rothenbaum. Kulturen und Künste der Welt, Hamburg) een voortrekkersrol speelde, in samenwerking met Nigeriaanse en diverse andere partners wereldwijd. Het is gericht op alle koninklijke objecten die in februari 1897 door Britse militaire troepen uit het geplunderde paleis van de oba (heerser) van het Koninkrijk Benin (nu Edo State, Nigeria) zijn geroofd en, in de onmiddellijke nasleep daarvan, zijn verspreid.

Het platform bundelt op een innovatieve manier mondelinge geschiedenissen, objectonderzoek, een Edo-taalcatalogus, en beeldmateriaal en kaarten van het koninkrijk Benin. De omvangrijke databank ontsluit zo’n 5.246 objecten in 131 instellingen in twintig landen, waaronder ook het MAS Antwerpen. Het digitale Benin-project is een belangrijke ethische stap om de onevenwichtige beperkte toegang tot Afrikaanse kunst en erfgoed bewaard in Europa meer in balans te brengen.

De database omvat ook een gering aantal objecten die niet tot de in 1897 geroofde Benin kunstvoorwerpen behoren, zoals bijvoorbeeld het ivoren Edo-Afrikaanse tafelsiervat uit het MAS [Afb. 5]. Dergelijke pronkbekers werden in opdracht van Portugezen door Edo-ivoorsnijders vervaardigd en kwamen vervolgens terecht in de kunstkabinetten van de Europese elite en vorstenhuizen. Deze Edo-Portugese ivoorsnijwerken, ook opgenomen in de databank, geven zo een ruimere context weer van de rijke artistieke productie van de ivoorsnijdersgilden die in de 16de eeuw werkzaam waren aan het hof van de oba van Benin en al vroeg naar Europa zijn verspreid.

ivoren beeldje

[Afb. 5] Ivoren Afro-Portugees tafelsiervat voor zout en peper.

Edo, koninkrijk Benin (Nigeria), ca. 1520
MAS Antwerpen (AE.1974.0025.0001), schenking Margriet Olbrechts-Maurissens, 1974

Meer weten?

Heb je vragen over het MAS-herkomstonderzoeksproject Congo of wil je reageren?

Mail naar mas@antwerpen.be

Zie ook

100 x Congo

Een eeuw Congolese kunst in Antwerpen

AFGELOPEN | 100 x Congo zette honderd blikvangers in de kijker. Welke verhalen schuilen er achter de objecten? Hoe zijn ze hier beland? Wat was hun betekenis voor Congolese volken?

Een blik op onderzoek

    dinsdag 28 mei 2024 tot zondag 13 oktober 2024 van 10:00 tot 17:00

Het MAS bewaart cultureel en historisch gevoelig Congolees erfgoed dat vandaag bijna 5.000 cultuurvoorwerpen telt. MAS-medewerkers onderzoeken samen met Congolese collega’s onder welke omstandigheden deze collectie uit Congo verdween. De eerste resultaten van het onderzoek kun je gaan bekijken in het Kijkdepot.

Meld je aan voor de nieuwsbrief