Amerikaans initiatief
Begin jaren 1980 alarmeerde het nieuwe aidsvirus de hele wereld. Wie slachtoffer werd van het virus, kreeg de ziekte hiv en werd ongeneeslijk ziek. Op hiv rustte een groot taboe.
Daarom riep aidsactivist Cleve Jones in 1985 in San Francisco op om de namen van aidsslachtoffers publiek zichtbaar te maken om hen te herdenken en aandacht voor de ziekte te vragen. Zo ontstonden de aids memorial quilts. Het zijn lappendekens die bestaan uit acht losse panelen die meestal aan elkaar worden genaaid. Elke quilt is een persoonlijk herdenkingsdoek voor iemand die gestorven is aan de gevolgen van aids.
Aids Memorial Quilts in België
In Vlaanderen startte het 'NAMEN-project' met het maken van quilts in 1988, in navolging van het Amerikaanse NAMES project. Voor elk slachtoffer werd een herdenkingsdoek van ongeveer 1m op 50 cm gemaakt. Het doek benaderde dus de grootte van een graf. Acht kleine doeken werden vervolgens aan elkaar genaaid tot een grote quilt. De quilts werden volgens een vast ritueel uitgespreid bij aids memorial days en andere evenementen. Zo werd op publieke plaatsen aandacht gevraagd voor hiv en aids.
Dankzij nieuwe medicatie is hiv in België geen dodelijke ziekte meer. Er worden dan ook minder quilts gecreëerd. In 2014 droeg Sensoa zijn quilts over aan de MAS-collectie.
Quilts in de MAS-collectie
Het MAS vond het logisch om de quilts te bewaren en zo een partner te worden in de herinnering van de slachtoffers van hiv en aids. Het papieren archief van het Vlaamse 'NAMEN-project' wordt intussen bewaard door het Fonds Suzan Daniel. Elk jaar rond Wereldaidsdag (1 december) werken het MAS en vzw Sensoa samen om de quilts in de kijker te zetten.
Ook andere musea in Europa namen intussen aidsquilts op. Dat gebeurde onder meer in het Museum for European Cultures in Berlijn. De Amerikaanse aidsquilts kregen een vaste plek in het American Folklife Center at the Library of Congress, Washington.
Behalve de quilts schonk Sensoa ook foto's van de quilt spreiding op aids memorial days, op de Wereldaidsdagen in Antwerpen en bij internationale evenementen. Patrick Reyntiens van Sensoa leverde een belangrijke bijdrage tot de beschrijving van de quilts en foto's.
Alle aids memorial quilts van de MAS-collectie kan je hier bekijken: https://collectie.antwerpen.be/mas/aids-memorial-quilts
Ontroerend persoonlijk en toch anoniem
De quilts zijn unieke creaties die telkens een andere vrouw of man - gestorven aan aids - herdenken. Ze zijn ontroerend persoonlijk. Zo bevat de quilt voor Tony een kleine steen met zijn as. Op andere quilts zijn kledingstukken van de overledene gestikt. Toch zijn de quilts meestal anoniem, want op aids rustte zeker in de beginjaren een groot taboe. Daardoor was het niet evident voor slachtoffers en hun familie om zich bekend te maken.
Een aantal symbolen komen meermaals terug: het rode aids-solidariteitslintje en verwijzingen naar het uitgaansleven, de muziekcultuur en de gaycultuur van de jaren 1980 en 1990. De aids memorial quilts beperken zich niet tot de traditionele quilt (patchwork) techniek. Enkele herdenkingsdoeken zijn wel gecreëerd met patchwork, op andere werd getekend of geschilderd.
Verbonden met Antwerpen
De quilts herdenken slachtoffers die in Antwerpen woonden of er regelmatig kwamen. Antwerpen werd een trefpunt voor hiv-slachtoffers in de jaren 1980 en 1990. Dat komt omdat het Tropisch Instituut in Antwerpen pionier was met de medische zorg en omdat de eerste Vlaamse organisaties voor hiv-slachtoffers ontstonden in Antwerpen. Enkele quilts komen ook van 'Patchwork des Noms', de Franstalige Belgische tegenhanger van het Vlaamse 'NAMEN-project'.
Audiogetuigenissen
Nicole, zus van Eric:
Eric stierf in 1998 op 31-jarige leeftijd. ‘Na zoveel jaren doet het nog veel pijn’, zegt zijn zus Nicole.
Hedwig, buddy van Eric:
Hedwig werd buddy van Eric. Zij denkt bij de quilt aan ‘zijn cello, het belangrijkste stuk in zijn appartement…’