Overslaan en naar de inhoud gaan

Waterperskraan 97

De 'kemel'

Vanaf 1878 werden havenwerktuigen in Antwerpen hydraulisch aangedreven. In pershuizen zoals het Zuiderpershuis werd koud dokwater onder een druk van 50 bar gezet en via ondergrondse leidingen in de haven verdeeld. Dit energieverdelingssysteem - een uitvinding van de Britse ingenieur William Armstrong (1810-1900) - bleef in Antwerpen in gebruik tot 1974.

Kraantypes

Tussen 1878 en 1912 kocht de stad 340 hydraulische havenkranen aan van verschillende types. Portaalkranen waren het talrijkst. Het portaal van de kraan stond opgesteld over het treinspoor. Daardoor werd de kaairuimte beter benut en het bespaarde bovendien perswater. De giek hoefde nu slechts 90 graden te zwenken in plaats van ca. 180, omdat de wagons tussen de benen van de kraan stonden en reden.

De giek bevond zich aan de waterzijde van de kraan en de cabine aan de landzijde op een 5,60 meter hoog ijzeren portaal. Tussen de benen aan de landzijde bevond zich een ballastkist als tegengewicht. In

Portaalpiramidekranen of hoogportaalkranen werden aangekocht voor de steeds hogere schepen die aan de Scheldekaaien aanmeerden, waarvoor de klassieke portaalkranen ontoereikend waren. Er werden twintig stuks van deze kranen aangekocht: twaalf van constructeur Liégeoise (1902) en acht van constructeur La Meuse (1912). Wegens de vage vormgelijkenis met een dromedaris werden deze kranen ‘kemels’ genoemd.

Kemel in actie in de haven

Een 'kemel' in actie. 

Hydraulische kranen in beweging

Alle kranen konden drie bewegingen uitvoeren: hijsen, vieren en zwenken. De verticale hijscilinder bevindt zich in een draaiende kolom waaraan de giek of kraanarm is bevestigd. Om te hijsen laat de kraanman perswater binnen in de hijscilinder. Om te vieren wordt het water weer uit de cilinder geloosd. De zuiger is bovenaan voorzien van drie kettingwielen. De hijsketting loopt over die drie wielen en ook over drie andere kettingwielen die onderaan de giek op de kolom bevestigd zijn. De aldus gevormde takel bevat dus 6 kettingparten. De zuiger was uitschuifbaar tot een slaglengte van 3 meter waardoor 6 x 3 meter = 18 meter kettinglengte beschikbaar was om te hijsen of te vieren. De hijssnelheid van de kraanhaak bedroeg 0,63 meter per seconde.

Door twee horizontale zwenkcilinders kon de kraanarm naar links en naar rechts zwenken.

Kraan die word geplaatst aan de haven

Waterperskraan 97 wordt bijgeplaatst als museumstuk, 1975.

Meer info over hydraulische kranen

Ondek meer

Havenkranen

De grootste en meest indrukwekkende collectiestukken van het MAS ontdek je aan de Scheldekaaien: de havenkranen.

Meld je aan voor de nieuwsbrief