Overslaan en naar de inhoud gaan

Waterperskraan 111

Vanaf 1878 werden havenwerktuigen in Antwerpen hydraulisch aangedreven. In pershuizen zoals het Zuiderpershuis werd koud dokwater onder een druk van 50 bar gezet en via ondergrondse leidingen in de haven verdeeld. Dit energieverdelingssysteem was een uitvinding van de Britse ingenieur William Armstrong (1810-1900). Het bleef in Antwerpen in gebruik tot 1974.

Portaalkranen waren vanaf 1882 de standaarduitrusting van de kaaien aan de Schelde en de oude dokken. De stad kocht in totaal 226 van deze kranen aan. De laatste hydraulische kranen bleven werken tot 1947.

Kraantypes

Portaalkranen waren het talrijkst. Het portaal van de kraan was 5,60 meter hoog en stond opgesteld over het treinspoor. Daardoor werd de kaairuimte beter benut en het bespaarde bovendien perswater. De giek hoefde nu slechts 90° te draaien in de plaats van 180°, omdat de wagons tussen de benen van de kraan reden.

De giek van de kraan bevond zich aan de waterzijde en de cabine aan de landzijde, tussen de benen aan de landzijde bevond zich een ballastkist als tegenwicht om de stabiliteit te bewaren.

De portaalpiramidekranen werden aangekocht om de steeds hogere schepen die aan de Scheldekaaien aanmeerde te bedienen, waarvoor de klassieke portaalkranen ontoereikend waren. Er werden 20 stuks van deze kranen aangekocht, 12 van constructeur Liégeoise (1902) en 8 van constructeur La Meuse  (1912).

Hydraulische kranen in beweging

Alle kranen konden drie bewegingen uitvoeren: hijsen, vieren en zwenken.

De verticale hijscilinder bevindt zich in een draaiende kolom waaraan de giek of kraanarm is bevestigd. Om te hijsen laat de kraanman perswater binnen in de hijscilinder. Om te vieren wordt het water weer uit de cilinder geloosd. De zuiger is bovenaan voorzien van drie kettingwielen. De hijsketting loopt over die drie wielen en ook over drie andere kettingwielen die onderaan de giek op de kolom bevestigd zijn. De aldus gevormde takel bevat dus 6 kettingparten. De zuiger was uitschuifbaar tot een slaglengte van 3 meter waardoor 6 x 3 meter = 18 meter kettinglengte beschikbaar was om te hijsen of te vieren. De hijssnelheid van de kraanhaak bedroeg 0,63 meter per seconde.

Door twee horizontale zwenkcilinders kon de kraanarm naar links en naar rechts zwenken.

Meer info over hydraulische kranen

Ondek meer

Havenkranen

De grootste en meest indrukwekkende collectiestukken van het MAS ontdek je aan de Scheldekaaien: de havenkranen.

Meld je aan voor de nieuwsbrief