Toen in 1930 besloten werd om een maquette van de staatsiesloep te bouwen wist men in Antwerpen nog niet veel over de originele sloep. Voor de som van 3.000 Belgische frank werden er foto’s, plannen en bijkomend onderzoek besteld door Emiel Beuckeleers-Donche en het stadsbestuur. Deze bestelling kwam terecht bij Pierre-Jacques Charliat. Hij was historicus en zaakgelastigde bij het Franse Ministerie van Koopvaardij.
Charliat begon zijn onderzoek naar de staatsiesloep in Brest. Daar kwam hij al snel te weten dat de originele plannen van Guillemard uit 1810 verloren waren gegaan. Als alternatief voor de originele plannen stelde hij voor om met gedetailleerde foto’s van de sloep te werken. Terwijl de foto’s werden gemaakt ging hij verder met zijn studie. Het bleek dat Guillemard zich in 1810 baseerde op een scheepscatalogus van de Zweedse ingenieur Frederic Chapman. Dit deed hij waarschijnlijk om tijd te winnen; destijds had men slechts 21 dagen om de bewuste staatsiesloep te bouwen. Dankzij het werk van Chapman en enkele schilderijen kon er een benadering van het originele plan worden gemaakt. Deze werd in 1931 getekend door een Franse tekenaar genaamd Le Borgne. Dit leidde tot de versie van de plannen onder de naam Guillemard-Le Borgne.
Na de bouw van de maquette ging de informatie over de plannen verloren in de administratie van het scheepvaartmuseum. In onderzoeken uit voorgaande jaren werd de naam Guillemard-Le Borgne wel aangehaald, of zelfs (foutief) genoemd als de originele ontwerper van de sloep. Beeldmateriaal ontbrak steevast. In het onderzoek voor deze blog werd ook de briefwisseling tussen Charliat en Beuckeleers-Donche doorgenomen. In het slot van een van deze brieven wordt verwezen naar de scheepscatalogus van Chapman, als basis voor de staatsiesloep. Het plan van Guillemard-Le Borgne dook op in een vergeten doos in het FelixArchief. De planreproductie die in deze blog prijkt is dan ook een belangrijke herontdekking in Belgisch onderzoek naar de sloep.
Al wel vaker is beweerd dat Beuckeleers-Donche en de modelbouwers niet op de hoogte waren van het uiterlijke verschil van de staatsiesloep tussen 1810 en 1931. Dat klopt niet, blijkt eveneens uit de correspondentie tussen Charliat en Beuckeleers-Donche. In een gedetailleerd verslag noteerde Charliat op welke vlakken de boot volgens hem was aangepast doorheen de tijd. De sloep was origineel immers vrij sober uitgevoerd, en werd verfraaid in de decennia na de intrede van 1810. Waarschijnlijk werd bewust gekozen om de meer gedecoreerde versie van de sloep in model te brengen, omdat Beuckeleers-Donche een absolute publiekstrekker wou maken van de maquette. Na het verzamelen van de plannen werd in de zomer van 1931 begonnen aan de bouw van de maquette. De houtbouw van het model gebeurde op de scheepswerf van Beuckeleers-Donche op de Sint-Laureiskaai aan het Bonapartedok, een plek die vandaag in de schaduw van het MAS ligt.
Het scheepsmodel van de staatsiesloep van Napoleon in aanbouw bij de scheepswerf Beuckeleers-Donche, objectdossier AS.1932.026, MAS