Bij zijn eerste intrede in 1803 was Napoleon niet onder de indruk van Antwerpen. Toen hij een eerste glas wijn aangeboden kreeg mopperde hij: ”Ik dacht dat ik deze morgen in een Afrikaanse stad toegekomen was. Alles moet er overgedaan worden: de haven, de kaaien, de dokken.”. Zo kon Antwerpen het spreekwoordelijke ‘pistool gericht op het hart van Engeland’ worden. In de jaren voor zijn tweede bezoek in 1810 was er al veel vernieuwingswerk gerealiseerd. De stad wilde dan ook een grootse indruk maken op de inmiddels keizer geworden Napoleon die ook op huwelijksreis was.
Toch was de sfeer wat minder feestelijk bij de intrede van Napoleon in 1810 dan bij het eerste bezoek van de keizer. Antwerpen leed onder een economische crisis, de verplichte dienstplicht en de vele opvorderingen door het keizerrijk. Het bezoek van Napoleon was dan ook vooral bedoeld om te tonen dat hij baas was in de regio en om de Antwerpenaren dicht bij zich te houden. De keizer vertrok met een gevolg van maar liefst 120 personen op 27 april 1810 in Compiègne. Op 1 mei kwam het pasgehuwde stel aan in Antwerpen. De staatsiesloep die voor de gelegenheid werd gebouwd – en dat op amper drie weken – bracht het keizerspaar naar het Bierhoofd, ter hoogte van de Kleine Pieter Potstraat. Dit was dezelfde plek waar Napoleon zeven jaar geleden ook aanmeerde bij zijn eerste intrede. Zoals het gebruik was werd de keizer hier opgewacht door burgemeester Werbrouck en een eregarde.
Het grootse bezoek duurde vijf dagen, en er was een goed gevuld programma voorzien. Op de eerste dag bezocht het keizerspaar de fortificaties van de stad. Hierna was er een groots middagmaal gepland met toenmalig maritiem prefect Malouet. Vervolgens was er een boottocht op de Schelde die werd afgesloten met een voorstelling van de officieren van de viceadmiraal, Edouard Thomas de Burgues. De drukke eerste dag eindigde met een audiëntie die Napoleon voorzat voor onder andere de burgemeester, de clerus en de leden van de Kamer van Koophandel.
De tweede dag startte met een bezoek aan de havenkom en het Fort van Sint-Filips. In de namiddag werd de plechtige tewaterlating van de Friedland, een linieschip van 80 stukken, bijgewoond door het keizerspaar. Mattheus Ignatius van Bree vereeuwigde wederom dit moment in een schilderij. Op 3 mei bezocht Napoleon de keizerlijke scheepswerven, ter hoogte van de huidige Cockerillkaai. Na de middag bezocht hij linkeroever, waar een hele nieuwe stad moest verrijzen: Louiseville, genoemd naar zijn nieuwe echtgenote. Later woonde het keizerspaar nog de Ommegang bij, dit was de stoet waarin de mythische reus Druon Antigoon en zijn gevolg werden rondgedragen.
Op 4 mei was er eindelijk wat ademruimte voor Napoleon en zijn kersverse vrouw. Overdag konden ze even bekomen van de afgelopen dagen en ’s avonds konden ze genieten van een feest op het stadhuis. Op de vijfde en laatste dag van het verblijf bezocht Napoleon het linieschip Dalmatië op de Schelde, samen met zijn broer, koning van Holland. De volgende ochtend, op 6 mei 1810 verliet het Keizerspaar Antwerpen en keerde het in meerdere etappes terug naar Saint-Cloud.