Overslaan en naar de inhoud gaan

Kokerkranen

Elektrische topkraan HA343

Met deze kranen in gelaste kokerconstructie haalde de haven van Antwerpen de nieuwste naoorlogse technologie binnen. Dit ranke ontwerp was lichter, sneller en zuiniger dan de traditionele kraantypes van 3 ton. De HA-kranen hebben hier hun thuis, ze vervingen de oude waterperskranen op de Rijnkaai.

foto van Elektrische topkranen op een rij

Revolutionair ontwerp 

In 1954 werden  op de Rijnkaai 4 kranen van de Duitse firma Demag opgesteld, die in verschillende opzichten een baanbrekende technologie brachten. Het portaal, de draaibare bovenbouw en zelfs de giek waren uitgevoerd in caisson- of kokerbouw. Een tweede nieuwigheid was de dubbele draaikans waarmee de bovenbouw bevestigd was aan het portaal. De draaikans bestond uit een groot dubbel kogellager van ongeveer 2 meter doorsnede, deze bracht het kiepmoment meteen over van de bovenbouw naar het portaal. In de holle poten van het portaal was dan ook het nodige tegengewicht aangebracht.

Net als bij het concept van de GA-kranen stond er een stalen toren, dit keer in lasconstructie, van ongeveer 5 meter hoog boven op de kraancabine. De hijskabel liep hier ook driemaal van de top van de torenbovenbouw naar het giekuiteinde. De constructie was zo ontworpen dat de krachten van de last en de drie parten van de hijskabel samenkwamen in de lengte-as van de giek. Hierdoor liep de resulterende kracht bijna exact door het draaipunt van de giek aan de basis van de bovenbouw. Deze nieuwe kabelloop-geometrie werd de standaard ontwerpregel voor stukgoedhavenkranen. De giek zelf was belast als laadboom, hij werd door de last op knik (druk) belast en onderging alleen beperkte buigingsmomenten en krachten die voortkomend uit zijn eigen gewicht en uitbalancering kwamen. De giekconstructie kon dus heel licht uitgevoerd worden.  Alle andere walkranen werden nadien volgend hetzelfde principe gemaakt, mits varianten que giekaandrijving.

Technische discussies 

Kort na de bestelling in 1953 tijdens de bouw van de eerste elementen in Duitsland, was er reeds een meningsverschil tussen Demag en de ingenieurs van het Stedelijk Havenbedrijf Antwerpen  (HWT) over het gebruik van laselektrode. De lastechniek was in die jaren nog volop in ontwikkeling en de discussie was dus niet ongewoon. Zo’n 3 jaar later waren er scheuren in de giek van kraan 345HA wegens onvolledige lasnaden en onzorgvuldig laswerk. De giek diende gedemonteerd en hersteld te worden met toevoeging van extra verstevigingsstukken.

In 1958 kwalen de gevolgen van de conceptiefout in het gelaste kruipvormige bovendeel van het portaal naar voren. Daar was het grote dubbel kogellager bevestigd dat het kantelmoment van de bovenbouw van de kraan overbracht naar het portaal.

Ondek meer havenkranen

Havenkranen

De grootste en meest indrukwekkende collectiestukken van het MAS ontdek je aan de Scheldekaaien: de havenkranen. En net voor de deur van het MAS bots je bijna op het pronkstuk uit onze collectie.

De reuzen van het Vierde Havendok

Elektrische topkraan IA347

De IA-kranen hebben een dubbele giek, om ervoor te zorgen dat de last tijdens de topbeweging op dezelfde hoogte blijft. Deze mastodonten stonden niet meer op het standaard 5-meterspoor: een breder 9-meterspoor was nodig om deze geweldig zware kranen voldoende stabiliteit te geven.

havenkranen aan de rijnkaai in de avond

De Kockskraan

Elektrische topkraan JA371

De lichte kokerconstructie van de JA-kranen brak definitief met de vooroorlogse concepten en bouwmethoden. Het maakte de JA-serie welhaast tweemaal efficiënter dan de CO-kranen die ze verving. Van dit type werden 20 kranen gekocht, in de periode van het Tienjarenplan (1956-65) waarin de Antwerpse haven geweldig uitbreidde en moderniseerde. r.

Meld je aan voor de nieuwsbrief