Overslaan en naar de inhoud gaan

Een Hollandse topkraan

Elektrische topkraan CC176

Een topkraan kan haar reikwijdte aanpassen tijdens het laden en lossen. Constructeurs experimenteerden met allerlei mechanismen om ervoor te zorgen dat de last tijdens die opbeweging op dezelfde hoogte blijft. Deze kraan stond samen met de ‘schroefkranen’ en de ‘mussenbekken’ aan het Derde Havendok.
 

Topkranen

Vanaf de jaren 1920 ontwierpen kraanbouwers verschillende mechanisme om de reikwijdte van de giek tijdens de beweging aan te passen, met de last in de haak. Dit kraantype werd topkraan genoemd. Meerdere topkranen konden tegelijk in hetzelfde scheepsruim werken zonder elkaar te hinderen bij het zwenken tussen het schip en de kaai. De productiviteit ging hierdoor met sprongen vooruit. Tot 1940 zou de stad 133 topkranen aan geschaft hebben verschillende constructeurs. Ze werden opgesteld aan de noordelijke kaaien van het Derde Havendok en van het Albertdok, aan de diepere kaaien van de Verbindingsgeul en vooral aan het Leopolddok.

 

Elektrische topkraan CC176 in de haven

CC176

In 1925 bestelde het stadsbestuur 4 reeksen van 4 topkranen. Op dat moment was een topkraan een innovatief type, waarvoor iedere constructeur een eigen concept had ontwikkeld en een patent had aangevraagd. Onder de druk van internationale concurrentie tussen de havens, wenste het stadsbestuur proefonvriendelijk het beste systeem te selecteren.De 3 eerste reeksen werden besteld bij de Nederlandse constructeurs Stork-Hijsch in Hengelo (CA), Gusto-Smulders in Schiedam (CB) en Figée in Haarlem (CC) . De 4de reeks ging naar Cockerill in Seraing (CD).

Topkranen kunnen vlak naast elkaar lasten overladen tussen zeeschip en lichter door alleen de topbeweging te gebruiken, het zogenoemde ‘pompen’. Dit soort werk was al zeer gebruikelijk in Rotterdam, een Rijnhaven met veel binnenvaart naar het Duitse hinterland, en kon de voorsprong van de Nederlandse constructeurs verklaren.

Elektrische havenrkaan CC176 vroeger

De motor die het topmechanisme aandreef, had opmerkelijk minder vermogen dan de motor voor de giekverstelling van de draadstangkraan: ca. 9 tot 11 pk tegenover ca. 40pk. Dat was mogelijk dankzij enerzijds de uitbalancering van het eigen gewicht van de giek met een tegengewicht, anderzijds het in- en uittoppen van de giek waarbij de last zich horizontaal vlak verplaatst zodat de zwaartekracht tijdens de beweging niet overwonnen dient te worden.

Opmerkelijk is dat er geen bestellingen waren bij Duitse constructeurs in deze jaren van de naoorlogse periode, zij hadden namelijk een flinke prijshandicap wegens extra hoge douanetarieven voor invoer uit Duitsland, een nasleep van de Eerste Wereldoorlog.

Ondek meer havenkranen

Havenkranen

De grootste en meest indrukwekkende collectiestukken van het MAS ontdek je aan de Scheldekaaien: de havenkranen. En net voor de deur van het MAS bots je bijna op het pronkstuk uit onze collectie.

havenkranen aan de rijnkaai in de avond

De mussenbek

Elektrische topkraan CD184

Deze kraan heeft een scharnierende uithouder aan het uiteinde van de giek, waardoor de last tijdens het toppen op dezelfde hoogte bleef. Een Brits patent, uitgevoerd door Belgische bouwer Cockerill. De Antwerpse kraandrijvers noemden het de ‘mussenbek’.

De Luxemburger

Elektrische topkraan CK223

Van dit type werd uitzonderlijk maar één kraan besteld. Het was een degelijke en robuust gebouwde kraan met een vernieuwende schakelinstallatie.

Meld je aan voor de nieuwsbrief