Een 10 – tons handkraan
De haven van Antwerpen groeide enorm snel in de 19de eeuw maar die groei kwam ook met een uitdaging, er was namelijk geen enkele echte havenkraan meer aanwezig. Tussen 1830 en 1884 plaatste de stad een reeks ijzeren handkranen. Deze toestellen waren erg krachtig in vergelijking met de stukgoederenkranen maar ze waren trager en in de meeste gevallen niet verplaatsbaar.

De handkranen bleven in gebruik tot het begin van de 20ste eeuw. Ere-havenkapitein-commandant Coopman vermeldde de handkranen nog in zijn boek : “Zo is de haven van Antwerpen” in 1947: “De handkranen bewijzen groote diensten, wanneer het te heffen gewicht niet groot is en de bewerking geen spoed vereischt. De werkelijke arbeid van heffen, uitgevoerd door een man draaiende aan den zwengel eener kraan, kan bepaald worden op het lichten van 1 Ton ongeveer 0,70 m. hoog per minuut.” De enige kraan die toen nog in dienst was overleefde het tot in de 21ste eeuw en is momenteel behouden als museumstuk aan het MAS!
De laatste handkraan
In 1884 bestelde de stad nog een laatste handkraan bij de Duitse constructeur Stuckenholz uit Wetter am Ruhr. Deze 15-tonskraan was verrijdbaar op sporen, draaibaar over 360° en had een verstelbare giek. Een aantal essentiële punten die afwijken van de van de oudere handkranen in de haven. Het was een 15-tons montagekraan die oorspronkelijk bedoeld was om schroeven en schroefassen te manipuleren bij de droogdokken 4,5 en 6. In 1889 stond ze aan de Scheldekaaien op sporen, ze werd gebruikt voor het laden en lossen van zeldzame zware stukgoederen.

Vanaf 1906 kwam regelmatig het idee om de kraan naar het Lobroekdok te verplaatsen en op een vaste sokkel op te stellen. Ze kreeg een nieuwe kraan in 1913 op vraag van Fortuna “ten einde het lossen van zware goederen gemakkelijker en minder gevaarlijk te maken”. De kraan werd nogmaals verplaats dit keer naar het nieuwe Lobroekdok in 1952, daar werd de kraan op een betonnen sokkel gezet en kreeg het een houten cabine en de reikwijdte werd vastgezet op 7 meter. In 2002 werd de kraan opgenomen als beschermd monument en opgenomen in de museumcollectie van de stad. Na een grondige restauratie kreeg ze in 2011 een nieuwe plaats aan de voet van het MAS.